Kermisspel

Het kermisspel speel ik al jaren met groepen kinderen (maximaal 50 kinderen), bijvoorbeeld tijdens een kamp of wanneer ik ik mijn verjaardag vier. Het spel kan zowel binnen als buiten gespeeld worden en is daardoor ook prima geschikt als slecht-weer-activiteit. Het vergt echter wel wat voorbereidingen om alle materialen te verzamelen. Zelf heb ik alles bij elkaar in een doos, vul die aan als ik het spel gespeeld heb en kan zo de volgende keer direct aan de slag. Als je bepaalde onderdelen (zoals de spelkaarten) lamineert, heb je er nog langer plezier van.

voorbereiding:
Behalve het verzamelen van alle benodigde materialen (zie lijst) is het handig om alle kaarten klaar te leggen met de bijbehorende materialen. De kinderen kunnen dan snel pakken wat nodig is.
Richt ook een 'bank' in: dit is een tafel met daarop de banklijst, een bakje met geld, een pen en eventueel een rekenmachine. Zoek ook iemand die de bank wil beheren. Dit kun je als leerkracht zelf doen, maar het is handiger om zelf rond te kunnen lopen en te kunnen assisteren.

het spel:
Het uitleggen van het spel aan de kinderen kost even tijd, maar door het voor te doen snappen ze het meestal heel snel. Tijdens het spel zijn ze zelfstandig aan het werk.

Aan het begin van het spel worden tweetallen gemaakt. Het doel van dit tweetal is om zoveel mogelijk geld te verdienen door spellen te winnen. Elk tweetal kiest een spel (zie de spelkaarten). Elke speelkaart heeft een nummer, dat is ook het bankrekeningnummer van het team. Elk team krijgt 10 geldbriefjes mee om te starten. Dit hoeft niet op de banklijst genoteerd te worden (maar daarover later meer).

Elk team splitst zich op in een beheerder en een speler. De beheerder is het kind dat bij het eigen spel blijft staan. Hij zoekt een goed plekje op en zet het spel klaar. De beheerder probeert spelers (dat is dus de helft van de groep die niet bij een spel blijft staan) uit te dagen om zijn spel te komen spelen. Als een speler het spel komt spelen, spreken de beheerder en de speler vantevoren af hoeveel geld er ingezet wordt. Het is belangrijk dat de inzet van beide partijen gelijk is! Het spel wordt gespeeld zoals op de spelkaart staat aangegeven. Ook staat daar wie er wint. De partij de wint, krijgt al het geld. Een team kan dus geld verdienen door zelf een spel te winnen, of doordat een speler hun spel verliest.

De beheerder is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van het spel binnen de grenzen die op de spelkaart aangegeven staan. Als het spel te makkelijk is en de speler dus vaak wint, zal hij geld verliezen en het spel moeilijker moeten maken. Als het spel echter te moeilijk wordt en de spelers die langskomen telkens verliezen, zal geen speler meer een spel bij jou komen doen en zul je ook geen geld verdienen! (denk bijvoorbeeld aan het vergroten/verkleinen van de afstand waarop ballen gegooid moeten worden).

Het team werkt samen om geld te verdienen. Het geld kan dus gedurende het spel onderling binnen een team uitgewisseld worden. De kinderen moeten echter goed op hun geld passen! Geld dat kwijtraakt en door een ander gevonden wordt, mag door de vinder meegenomen worden. Het is daarom verstandig om veel geld te storten op de bank. Dit kun je doen door je spelnummer (je rekeningnummer) te zeggen en het geld af te geven bij de bank. Op de lijst wordt dit als storting genoteerd 9met een +). Het kan ook zijn dat je door al je geld heen bent, dan kun je bij de bank geld gaan lenen zodat je toch door kunt spelen. Dit wordt op de banklijst genoteerd met een '-'.
Halverwege het spel wisselen de beheerders en spelers van rol.

Aan het einde van het spel (de tijdsduur wordt door de leerkracht zelf bepaald), wordt al het geld ingeleverd en wordt door de bank de balans opgemaakt. Stortingen worden bij het saldo opgeteld, leningen worden er vanaf getrokken. Het team met het hoogste saldo aan het einde van he spel heeft gewonnen.

Materialen:
spelkaarten
- lijst met benodigde materialen
- banklijst
- geld
- paardenrennen spel